Onze zoontje is nu 3 maanden oud en al vanaf dag 2 roep ik dat er iets niet klopt. Eerst naar de verloskundige, vervolgens naar het consultatiebureau, vervolgens naar de huisarts en vervolgens naar het ziekenhuis (Rijnstate). We zijn nu 3 maanden verder en nog niks wijzer. Nu vermoeden ze reflux en weer moeten we 3 weken wachten voordat hij opgenomen wordt voor een Ph metrie test en dan weer 14 dagen wachten op de uitslag. De lijst van klachten is te lang om op te noemen en de dingen die we hebben geprobeerd idem dito.
Als mama begint de moed me aardig in de schoenen te zakken. Elke keer als mijn zoontje het “eventjes goed doet” breekt mijn hart in twee. Het is volgens mij namelijk een heel vrolijk en sociaal mannetje. Een kant die we naar mijn zin te weinig meemaken. Ik krijg het idee dat ik faal als moeder ook al weet ik donders goed dat het niet mijn schuld is.
Het leven behoort nu nog niet zwaar te zijn voor zo’n klein hulpeloos kindje.
Ondertussen heeft mijn 4 jarige dochter er ook onder te lijden. Waarom huilt mijn broertje zo? Mama, waarom huil jij? Mama, gaan we dan nu wat leuks doen? Waarom moet mijn broertjes nu weer naar de dokter? Mama, waarom lig je nu op de bank, zullen we gaan spelen?
Het is een neerwaartse spiraal waar je in terecht komt. Ik voel me schuldig tegen over mijn zoontje omdat ik zijn pijn/ ongemak niet kan wegnemen. Ik voel me schuldig tegenover mijn dochter omdat ik er niet genoeg voor haar ben. En ik voel me schuldig tegenover mijn man omdat ik mijn frustratie en verdriet niet met hem wil en kan delen.
Vrienden leer je in zo’n periode ook kennen. Zolang een negatieve periode te lang duurt haken ze af of willen het er niet meer over hebben.
Vandaag heb ik zitten zoeken op internet om iets meer te weten te komen over reflux. Dat heeft me niet veel goeds gedaan. De verhalen die ik tegen ben gekomen waren erg negatief en op zit moment zie ik het allemaal erg somber in. Meestal ben ik positiever ingesteld, maar op dit moment lukt het me gewoonweg even niet meer.
Ik hoop na een nacht slaap dat ik morgen weer met frisse moed aan de dag kan beginnen. En misschien heb ik wel geluk en “doet hij het morgen wel goed”.