Op 10 april 2001 is mijn (ons) zoontje Robert Ramon geboren met het syndroom van Potter. Twee minuten na de geboorte is hij hieraan overleden en is mijn leven een nachtmerry geworden. Ik ben een moeder zonder kind
Dolgelukkig was ik toen ik te horen kreeg van de huisarts dat ik zwanger was. Zelf had ik ook al een test gedaan maar die was negetief. Hier droomde ik al jaren van. Niet dat we het al zo langaan het proberen waren maar mijn man is jonger als ik en wilde niet zo heel jong al kinderen. Ik was zo gelukkig dat ik het meteen aan iedereen heb verteld die het maar wilde horen. Ik voelde me geweldig, ik zong, danste, vertelde verhalen aan “kleine kruumel”(dat was tot aan zijn geboorte zijn naam) “Ik” was nu “wij” . Vol plezier ging ik dan ook naar onze eerste echo. Nu zou ik voor de eerste keer mijn kindje te zien krijgen. Volgends de verloskundige kon ze niet goed een tijdsbepaling maken omdat ik een beetje vet te veel heb. Maar ze verzekerde mij dat dit in het ziekenhuis geen probleem zou zijn omdat ze daar een inwendige echo maken. Deze vertelde mij dat ik op 23 mei uitgeteld zou zijn maar mijn datum was 5 mei. Bij een eerste zwangerschap weet je alles nog niet zo goed en neem je veel dingen voor lief.
Rondzwevend op mijn roze wolk besloten we ook een pret-echo te laten maken. Een half uur je kindje kunnen bekijken en het ook nog op video hebben is natuurlijk geweldig. Ze vertellen alles wat je maar wilt weten. Ook vertelde ze mij dat ze vond dat er niet zo veel vruchtwater aanwezig was. Paniekmiep dat ik ben, belde ik meteen onderweg de verloskundige welke me verzekerde dat als er wat mis was met de baby de dame van de pret-echo haar zou bellen.
De eerst volgende afspraak heb ik een beetje zitten drammen over dat vruchtwater. Ze hebben me toch maar naar het ziekenhuis gestuurd. Al was het maar om me gerust te stellen. Een gerust stelling was het allerminst. Ik kon twee dagen later door naar Groningen. Ik begon te begrijpen dat er iets niet goed was ondat ze je niet zomaar doorsturen naar een academisch ziekenhuis. Met lood in mij schoenen ging ik heen. Deze keer had ik mijn man en mijn moeder maar mee genomen. Je denkt aan zoveel afwijkingen behalve aan dit. Onderweg zijden we nog tegen elkaar "zo erg kan het niet zijn want hij draaide en schopte aan alle kanten en het moet wel een heel erge afwijking zijn willen we de zwangerschap beeindigen".
Deze echo duurde een half uur en werd op video opgenomen. Ik voelde dat er iets goed mis was. Mijn moeder zat al die tijd in de wachtkamer en ik dacht aan haar. Dat ze wel nerveus zou zijn. Niet wetende wat mij boven het hoofd hing. De arts vertelde ons dat er heel veel fout was met ons kindje. Nog drong het niet tot me door dat het afgelopen was. Ik voelde het nog schoppen in mijn buik. Maar het feest was afgelopen.
Zelfs als ik dit opschrijf lopen de tranen over mijn wangen. Zelfs nu kan ik het niet begrijpen Waarom mocht mijn schatje niet leven
Nu moest ik het mijn moeder gaan vertellen. Ik kreeg het niet over mijn lippen om haar te moeten vertellen dat haar eerste kleinkind niet zou kunnen leven. Toen ze mijn tranen zag wist ze genoeg. Ze vroeg alleen "afgelopen?"Ik weet niet meer hoe ik naar huis ben gekomen . Ik weet alleen dat de "marlborro"een goede klant aan me had. Mijn leven was kapot, mijn droom in duigen, en mijn kind ging dood.
Hierna ben ik nog twee keer geweest zodat ze het heel zeker wisten. Zelfs heb ik een punktie gebad waarbij ze een stukje placenta wegnemen.
We besloten dat ik het kindje bij me zou dragen zodat het op een natuurlijke wijze geboren zou worden. Ik kon namelijk niet de sterfdag van mijn kind gaan bepalen. Wetende wat het einde zou zijn krijg je ineens veel te regelen en te beslissen. Wil ik een kist of een mandje?. In de aula of thuis?. Begraven of cremeren?. We hadden besloten dat het kindje bij ons thuis zou komen en na twee dagen begraven zou worden. Zelfs moest ik de kaarten gaan bestellen. Rouwkaarten voor een ongeboren kindje.
Hoe het kan weet ik niet maar volgends je verstand kan dit kindje niet leven en voor je gevoel is er niets aan de hand omdat je het kindje kunt voelen. Ik kon bijna niet slapen deze weken. Ik wilde niet bevallen omdat ik wist dat dat de laatste dag van mijn kindje zou zijn. Al weet je da afloop toch kon ik me niet bezatten of pillen slikken. Ik moest de laatste dagen goed voor het zorgen. Ik was het enige wat hij had, zijn enigste mama die voor hem moest zorgen. Ik kon hem niet in de steek laten. Hoezeer ik ook wist dat ik ooit wel zou moeten. Ik kon er niets meer aan veranderen. Voor mijn gevoel liet mijn lichaam mij in de steek. De gedachte dat ik nooit voor hem zou kunnen zorden maaktte me gek.
Op 10 april was het zover. Vier weken te vroeg. Ik kreeg weeën en wist dat dit de dag des oordeels was. Met volle tegenzin ging ik samen met de verloskundige naar het ziekenhuis. Vanuit de auto heb ik mijn man , moeder, en schoonmoeder gebeld en deze kwamen allen zo snel als mogelijk naar het ziekenhuis. Om 9.43 werd mijn zoon geboren. Mijn man kwam nog net op tijd binnen om hem geboren te zien worden. Twee minuten na de bevalling is hij overleden. We hebben hem wel levend gezien. Ik ben blij dat hij niet heeft gehuild.
Dinsdag avond zijn we samen naar huis gegaan . Met zijn drieén. Deze avond heeft hij op zijn eigen kamertje gelegen. Woensdag heeft iedereen afscheid genomen van Robert Ramon. Woensdag avond heeft hij bij ons op de kamer gelegen in zijn eigen bedje. Zo had ik toch nog het gevoel dat hij bij mij was. Donderdagmorgen hebben we hem zelf in een mandje gelegt en zijn we naar het kerkhof gereden en hebben we hem begraven. Al die tijd is hij bij mij geweest. Ik kon het niet aan een ander overlaten voor mijn gevoel.
Thuis voelde ik me zo alleen en het voelde alsof ik iets moest zoeken maar ik wist dat hij er niet meer was. Ik voelde me een moeder maar ik had geen kindje meer.
Vijf weken na de bevalling was ik weer zwanger en ik heb na een zeer zware bevalling een gezonde zoon Hij is niet een vervanger van mijn eerste zoon. Ik zeg dan ook dat ik twee kinderen heb. Voor hem kan ik vrolijk zijn en kan ik mijn elende even vergeten. Maar als hij gaat slapen begint voor mij de ellende. Mijn man is vaak laat of niet thuis 's avonds. Dan ben ik alleen, en ga ik nadenken. Vaak komen dan de tranen en mis ik dat mannetje zo. In het dorp zie ik kindjes van mijn zwangerschapsklupje en dan denk ik "zo groot zou Robert Ramon nu ook zijn geweest" Ik hoop ooit mezelf weer te kunnen worden.
Bij het syndroom van Potter heeft het kindje geen nieren, hierdoor is er ook geen blaas. Normaalgesproken na ongeveer 18 weken maakt de placenta geen vruchtwater meer maar is de urine van de baby het vruchtwater. Bij Robert Ramon was er na 18 weken dus geen vruchtwater meer, Hierdoor kon hij ook de longetjes niet oefenen. Hiermee kunnen kindjes niet leven.
Ramona
Moeder van Hannes-Jan (1 jaar) en engel Robert Ramon (*10-4-2001*)
* Voor Robert Ramon *
Duizend witte vogels
Duizend witte vogels vliegen jubelend voorbij
Ik strek mij armen, ben verdrietig
zie ze cirkelen boven mijn hoofd
Maar op een dag zal ik weer weten
wat ik even ben vergeten
maar wat ik altijd heb geloofd
Alle duizend vliegen ze voor mij
De vogels komen altijd terug
wanneer de zon zacht de winter weggesmolten heeft
Ik heb stormen overleeft
Ik strek mijn hand uit naar de lucht
waar hoog een witte vogel zweeft
Ik ben niet bang meer
recht mijn rug
want de vogels komen altijd terug
Ga nu maar vliegen "liefste" in de zon
in witte wolken in het zachte blauw
Ik heb geglimlacht toen je overvloog
wetend dat ik zo hoog niet komen zou
Ze vragen me "waar staar je naar?"
Ik wijs ze" naar die vogel daar "
Dat kleine witte puntje hemel
dat ik ooit, heel even, in mijn handen had
En ze vragen "waarom lach je dan?"
waarom straal, en waarom zing je dan?
En ik zal ze het verhaal vertellen
van een vogel die weer vliegen kan