Langzaam opende hij zijn ogen.
De hitte van de zon die versterkt werd door de zwarte golfplaten waarmee de muren van hun schamele onderkomen opgebouwd waren drukte op zijn borst, even moest hij naar adem happen.
Oefff…het beloofde weer een snikhete dag te worden.
Zijn veel te korte t-shirt en verkleurde korte broek plakte aan zijn met door zand en zweet bevuilde lichaam.
Uit alle macht kneep hij zijn ogen stijf dicht en hoopte dat hij de dag hiermee nog even uit kon stellen.
Zijn adem stokte toen hij het gerommel hoorde dat vanaf de andere kant van de hut kwam.
Doodstil en met gesloten ogen bleef hij op zijn kartonnen ‘‘rustplek’’ liggen in de hoop dat hij niet gezien of gehoord zou worden…
Zijn vader was al wakker en opgestaan en ademde heel zwaar. Dat kon maar één ding betekenen.
Hij wilde zijn drank ontbijt. Wild smeet hij de lege '‘raki’'flessen die op grond in de hoek van de hut verzameld lagen aan de kant. Een luide vloek kondigde een mogelijke nieuwe woede-uitbarsting aan.
De drank was op, het geld ook. Hij had het gisterenavond al gezien toen hij thuis kwam van een hele dag ‘‘werken’’ op het strand. Toen hij zijn zonnebrillen en zonnebrandolie doosje netjes opborg in het enige kastje dat het gezin bezat, had hij al gezien dat er in de hoek van de hut alleen nog maar lege flessen lagen. Hij had gisteren even nog naar een beetje drank gezocht om zijn vader tevreden te stellen als hij nog thuis zou komen maar in de hele hut was geen druppel meer te vinden
Maar zijn vader was gisterenavond helemaal niet thuis gekomen althans niet voordat hij in slaap gevallen was.
Hij had op hem willen wachten om het hem te vertellen, maar hij was zo moe van het uren lopen over het snikhete zand dat hij vrijwel gelijk in slaap was gevallen toen hij ging liggen.
Nu was zijn vader er zelf achter gekomen en de kleine jongen kromp ineen bij de gedachten wat dit voor gevolgen voor hem kon hebben. En ook al hield hij zijn ogen dicht hij voelde gewoon dat zijn vader al briesend en hijgend naar hem keek. Toen was het even stil…in angst wachtte de jongen af tot het moment dat zijn vader hem bij zijn oren omhoog zou trekken en hem letterlijk de hut uit zou schoppen om hem te voorzien van drank of geld. En hij wist dat hij dan niet meer thuis zou kunnen komen zonder.
Tot zijn grote opluchting hoorde hij vervolgens zijn vaders voetstappen richting de kleine grijze golfplaat die als deur van hun hut diende. Met een woeste trap gevolgd door een hels kabaal omdat het ding met een luide klap op de grond terecht kwam,wist zijn vader zich een weg naar buiten banen. Het was pas toen de voetstappen van zijn vader wegstierven en ‘‘doodse’’ stilte zich hervatte dat de jongen zijn ogen weer durfde te openen.
Hij draaide zich om en keek recht in de lege ogen van zijn moeder die een stukje verder eveneens op een stuk karton lag. Net als hij had ze zich stil gehouden in de hoop dat zich niet weer een nieuw drama zou afspelen.
Zuchtend stond ze op en schudde het 3-jarige meisje wat die nacht weer naast haar op de grond had geslapen wakker. Zonder woorden tilde ze het meisje op dat bij het openen van haar ogen luidkeels begon te jammeren omdat ze wist welk lot haar deze dag weer te wachten stond.
Net als hij brachten zijn moeder en kleine zusje van 's morgens vroeg tot 's avonds laat door het snikhete strand van Durres. Waar duizenden Albanezen zich hutjemutje vergaarden op ‘‘strandstretchers’’ onder de luxe van een parasol. Een dagelijks wederkerend tafereel.
Bij elke stretcher hield zijn moeder dan halt met het kleine meisje op haar arm en stak dan vervolgens smekend haar hand uit hopend op de goedheid van de persoon die voor die dag de stretcher ‘bewoonde’’. Als ze geluk had werd haar een paar cent toegestopt, meestal door buitenlanders maar doorgaans was de kans groter dat ze niet meer ontving dan een verwensing of een duw.
Gisteren was ze zelfs geschopt toen ze haar kleintje even wilde opfrissen bij een fonteintje dat tussen de terrastafels stond op het terras van het grootste hotel van de stad. De eigenaar van het hotel had gezien hoe zij het kleine meisje in ‘‘zijn’’ water onderdompelde en was woest naar buiten gelopen om haar te verjagen. Hij schroomde daarbij niet handen en voetenwerk achterwege te laten, niet wetend dat nieuw leven in de vrouw ontsprongen was. Dat was ook niet te zien, ze was pas drie maanden zwanger. De terrasbezoekers hadden hun hoofd even kort haar richting opgedraaid om vervolgens onverstoord weer verder te drinken en te schransen. Ze waren dit soort commotie inmiddels gewend.Hun harten verhard en hun blik op ontkenning.
Zijn moeder was ineengekrompen en had geen enkele kans gezien zich te verweren tegen het geweld van de hooghartige hoteleigenaar.En terwijl hij zojuist het geluk had, een van zijn zonnebrandolieflesjes te verkopen had hij van een afstandje het drama zien plaatsvinden . Maar hij was machteloos geweest. Hij was tenslotte pas 12 en had niks kunnen beginnen tegen een volwassen man. Hij had zijn hoofd afgekeerd en zich weer geconcentreerd op zijn klant. Hij kon het zich niet veroorloven een klant te verliezen. Als hij aan het einde van de dag te weinig geld thuis bracht was hij bang dat hij dat met zijn leven moest bekopen. Dus hij negeerde de pijn in zijn hart eveneens als de pijn aan zijn voeten die door de schuring van het het zand flinke blaren hadden opgelopen. Hij moest door…
En vandaag was weer zo’n dag. En weer moest hij er aan geloven. hij was het niet anders gewend, hij wist niet beter…Of wel? In zijn dromen kende hij beter…maar soms dacht hij dat hij beter maar niet meer kon dromen over een ander leven. Des te meer dromen des te pijnlijker de realiteit. Hij moest zijn hoofd erbij houden en doen wat er van hem werd verwacht. Hij moest doorvechten. Hij wilde immers een man zijn en bewijs leveren aan zichzelf dat wie doorzet beloond wordt. En niet alleen voor zichzelf maar ook voor zijn moeder en zijn zusje.
Het was nog geen 8 uur maar nu al achtentwintig graden. Zijn moeder verliet zonder groeten met het meisje op haar arm de hut en ook hij stond op en haastte zich naar het kleine kastje waar hij zijn ‘‘verkoopwaar’’ bewaarde. Hij wilde zo snel mogelijk de hut verlaten zodat hij er niet zou zijn wanneer zijn vader misschien wel besloot weer terug te komen.
Een nieuwe dag begon zonder beloftes, zonder dromen, zonder zekerheid…En weer was hij overgeleverd aan de wreedheid van zijn bestaan.
(Dit verhaal heb geschreven n.a.v. het leven van de zigeuner kinderen in ALbanie. Die in de zomer dag in dag uit van s morgens vroeg tot s avonds laat ene beetje geld bij elkaar proberen te verdienen zodat ze hun vaders en broers kunnen voorzien van drank. De jeugd van deze kinderen is gestolen, nooit zullen zij weten wat het betekend kind te kunnen zijn. En terwijl ze aan mij in de zomer op het strand van Durres voorbijtrekkend, vergapend aan het speelgoed van mijn kabouter huil ik in mijn hart voor hen.
Als het kon zou ik ze allemaal meenemen. Ze worden mishandeld, en zowel lichamelijk als affectief verwaarloosd…door hun moeders en vaders. En hoewel zij nog ouders hebben zijn zij verweesd. Het onrecht heerst en ik sta machteloos.)
Het tafereel van de vrouw die haar kind wilde opfrissen in de 40 graden hete zon is niet verzonnen. Ik zag het gebeuren…terwijl ik op het terras zat…en ja wel ik heb mijn mond wel opengetrokken en ben voor haar opgekomen. Maar dat was die dag. Maar hoe vaak zal het niet gebeuren dat niemand voor haar opkomt? …Ik denk nog altijd aan haar. Het kind (een jongetje trouwens) op haar arm was toen even oud als mijn kabouter…
Ik zal hen nooit vergeten…