De geboorte van een echt wonder


#1

Onze Wesley is echt een klein, groot wonder.Hij heeft als cryo-embryo al heel wat moeten doorstaan en heeft de zwangerschap en de zware bevalling heelhuids overleefd.
Hij is kerngezond, woog 3.745 gram bij zijn geboorte en had een lengte van 52 centimeter.

Lange tijd ( 8 jaar ) was ik onder behandeling bij een gynaecoloog, omdat ik menstruatieproblemen en later vruchtbaarheidsproblemen had. Na de nodige onderzoeken en diagnoses werd endometriose vastgesteld. Er werd een operatie gepland om het baarmoederweefsel weg te halen. Ik vroeg bedenktijd. In 1994 ben ik bij een paranormaal genezer geweest en volgens zijn visie zou het iets in mijn hormoonhuishouding zijn. Dit heb ik ook aan mijn gynaecoloog voorgelegd, maar deze wuifde het weg, zijn diagnose was al gesteld.

 

Na de nodige (gezondheids)problemen heb ik 1996 een second opinion gevraagd bij een professor in Maastricht. Deze concludeerde inderdaad een “foutje” in mijn hormoonhuishouding. Ik miste een belangrijk hormoon, welke nodig was om te menstrueren en ook om zwanger te raken. Via tabletten kreeg ik dit hormoon toegediend en na 3 jaar was ik dan ook 100 % in orde.

 Mijn man onderging in de tussentijd een aantal hersteloperaties, welke helaas mislukten. Bij navraag bleek de enige mogelijkheid voor een zwangerschap een MESA/TESE behandeling. Nadeel was, dat deze behandeling in Nederland bij wet niet was toegestaan en wij naar het buitenland moesten uitwijken. Na lang zoeken kwamen wij bij de stichting Freya terecht en via hun zijn wij bij het Diaconessenziekenhuis in Eindhoven terechtgekomen. Via dit ziekenhuis werden wij doorverwezen naar het Universitair Ziekenhuis te Gent.

 De nodige vooronderzoeken hadden wij in de tussentijd al ondergaan en in februari 2002 konden we voor het eerste intake-gesprek al naar Gent komen en begin maart 2002 kon ik met de hormoonkuur starten. Omdat ik overgevoelig ben voor hormonen, werd er maar een derde deel van de normale dosis toegediend. Ik begon met de pil te slikken en twee weken later met de ochtend-injecties en een week later kwamen daar de avond-injecties bij. Op 2 april werd ik onderzocht op de voortgang. Deze verliepen goed. Op 5 april werden in Eindhoven de controle-echo’s uitgevoerd en bleken de (vele) eicellen rijp voor punctie. Daar Gent de punctie zou uitvoeren, ook in verband met de gelijktijdige behandeling van mijn man, moest ik nog effe wachten. Op 9 april bleek tijdens de controle-echo in Gent, dat er 42 eicellen in de grootte van 19 tot 23 mm. In de avond van 11 april werd Profasi toegediend en op 13 april 2002 om 07:00 uur moesten wij ons melden voor opname in Gent. Die ochtend gingen wij beiden, onder volledige narcose, onder het mes. Bij mijn man werd 1 celblokje uit zijn teelbal verwijderd voor de spermacellen en bij mij werden 25 van 42 eicellen, die inmiddels rond de 29 mm groot waren, weggehaald. S’middags werd de ICSI, de bevruchting, uitgevoerd. Het resultaat was naar tevredenheid, 14 embryo’s in ontwikkeling !!! We mochten naar huis en moesten twee dagen later terugkomen voor de terugplaatsing. Het bleek dat 4 embryo’s het niet hebben overleefd en de overige 8 embryo’s werden ingevroren voor een eventuele volgende terugplaatsing.

 Op 15 april werden twee embryo’s teruggeplaatst en was ik “zwanger” van een mogelijke tweeling. Helaas was ons geluk niet van lange duur en kreeg ik enige weken later een bloeding. Ik was snel weer op orde en op 11 mei zouden ze 4 embryo’s ontdooien. De kans was klein, dat er een overlevende embryo zou zijn, zo’n 15 tot 25 %. Een cryo-embryo zou zich ook moeilijker nestelen. We hebben het hele weekend geduimd voor een goede, gezonde embryo. Op 13 mei mochten we bellen en het bleek dat slechts 1 embryo het ontdooingsproces had overleefd.

 We moesten binnen 2 uur op het ziekenhuis zijn voor de terugplaatsing. Nu was ik weer “zwanger” van een kleintje en samen hoopten we vurig op een echte zwangerschap. Ongeduldig en nieuwsgierig, dat ik was, deed ik op 17 mei al een zwangerschapstest. Daarop was helaas niets te zien, zwaar teleurgesteld natuurlijk. Op 18 mei deed ik nog een poging en daar was heel licht een streepje te zien ! Iedere dag deed ik een test, het streepje werd steeds duidelijker ! Op 20 mei belde ik het ziekenhuis in Gent en die lieten me een bloedtest doen. Ik was zwanger, heel erg pril met een Hcg-waarde van 40, maar ik was zwanger !!! Op 11 juni kregen we onze eerste echo en zo konden we het hartje zien kloppen. Drie weken later nog een echo en geen redenen tot ongerustheid. Met 13 weken kon de vrouwenarts ons al vertellen, dat we een zoontje zouden krijgen en dat hij tot nu toe geen afwijkingen vertoond.

 De zwangerschap verliep in het begin als normaal, met de nodige kwaaltjes, misselijk, overgeven en oververmoeid. Eind augustus 2002 verliep het nog moeilijker en had ik heel veel last van mijn bekken. Ik kreeg fysiotherapie om de pijn aan te kunnen en om het bekken ietwat te versterken met bepaalde oefeningen. Ik moest het toch nog eventjes volhouden.

 Op 5 oktober 2002 zijn we naar een echografie-bureau geweest en hebben wij een pret-echo laten maken. Een paar echo-foto’s kun je hier zien.

 In oktober 2002 gingen we nog effe op vakantie naar de Verenigde Staten. Het begin van de reis viel ontzettend tegen. Onderweg van Washington naar Miami kreeg ik hevige krampen en moest overgeven. De vliegtuigpersoneel was heel behulpzaam. Ze vroegen of er een dokter aan boord was. De Spaanse psychiater kon niet veel, maar een gepensioneerde chirurg was van mening,dat ik ging bevallen. Dat kon niet, want ik was pas 24 weken ver en ik was er van overtuigd, dat wat ik voelde geen weeën waren. Ik lag plat op de vloer, half op mijn man die me ondersteunde. Het personeel nam het zekere voor het onzekere en er werd een noodlanding gemaakt ergens midden in Amerika ! Ik werd door een ambulance naar een ziekenhuis in Charlotte gebracht. Daar aangekomen werd ik aan een ctg-apparaat gelegd en werd er urine en bloed afgenomen. Ik kreeg nog een inwendig onderzoek om de baarmoeder en de baby te controleren. Zes uur later bleek dat ik een buikinfectie had opgelopen. De baby liep geen gevaar en ik kreeg antibiotica als medicatie mee. Ik kon mijn vakantie voortzetten. Een echte vakantie was het niet. Ik had veel last van mijn rug en mijn voeten. Die waren zo opgezet en vol met vocht, dat het wel klompen leken. Het liefst liep ik op blote voeten, maar helaas. Eind oktober vlogen we gelukkig zonder problemen terug naar Nederland.

 In de nacht van 10 op 11 november had ik weer vreselijke krampen. De verloskundige wou ik nog niet bellen, want ik was niet zeker of het nu weeën waren of niet. Op aandringen van mijn man heb ik de volgende ochtend toch maar gebeld. Zij kwam om effe alles te controleren. Ze vermoedde een blaasontsteking, maar ik wist zeker van niet. Dan toch maar naar het ziekenhuis om echt alles na te checken. Het bleek inderdaad geen blaasontsteking, maar voorweeën. Voor alle zekerheid hielden ze me twee dagen in het ziekenhuis. Ik moest stoppen met werken en heel rustig aan doen, dat was beter voor mijn buik en baby.

 Door de verplichte rust verliepen de laatste paar weken vrij rustig. De uitgerekende datum was 30 januari 2003. Die datum kwam steeds sneller in zicht. De controles werden regelmatiger en op twee weken voor de uitgerekende datum kreeg ik steeds meer weeën. Echt regelmatig waren ze nog niet. Op 29 januari dacht ik, dat het zover was. Na hevige weeën raadde de verloskundige me aan even in een heet bad te gaan liggen, zodat de pijn zou zakken. De weeën hebben zich niet doorgezet. Dat ging zo dagenlang door. Op 3 februari had ik een extra controle. Na de touchering bleek dat ik toch al een centimeter ontsluiting had. De verloskundige stripte me, woelde de vruchtwaterzak wat losser. Dezelfde dag en de dagen daarop moest ik in ieder geval ctg-scans laten maken. In de avond van 4 februari dacht ik dat mijn vliezen gebroken waren. De verloskundige kwam controleren en het bleek vals alarm. Vroeg in de ochtend van 5 februari ging ik naar het toilet en dacht dat ik acute diarree had…..Ik belde de verloskundige maar weer en 5 minuten later, om 06:05 was ze er. Enkele minuten later was mijn man er ook. Hij was net op zijn werk aangekomen toen ik belde. Mijn vliezen waren inderdaad gebroken. Het lekken was gestopt, dus kon ik me nog omkleden en mijn spullen pakken. In de auto kwam het echter weer op volle gang en in het ziekenhuis kwam ik er achter dat al mijn kleren kliedernat waren.

 Het vruchtwater werd onderzocht en het bleek dat onze kleine had gepoept, harde ontlasting. De weeën kwamen snel op gang en na een uur hield ik het al niet meer. Ik kreeg een pijnstiller om de scherpe pieken eraf te halen. Dat bleek niet echt te helpen, want de weeën liepen snel hoger op. Ik kon ze met geen mogelijkheid meer opvangen. Er werd besloten een ruggenprik te zetten. De eerste poging mislukte echter. Bij de tweede poging moesten ze me met vier mensen stevig vasthouden en werd de lange naald in een wee met succes ingebracht. Zelf heb ik er weinig van meegekregen. Korte tijd later voelde ik me opgelucht en had me in maanden

niet zo goed gevoeld. Een uur later begon de pijn echter weer. De dosis van de ruggenprik werd met 50 % opgevoerd. Toch bleef ik intense pijn houden. Het was een raadsel voor hun, want dat kon normaal niet met zo’n hoge dosis. Mijn man ontdekte dat de toevoerkabel gebroken was en dat de vloeistof in het kussen liep. Na een uur was de breuk weer hersteld en kon ik weer wat opgelucht ademhalen.

 Laat in de middag had ik eindelijk 10 centimeter, volledige ontsluiting. Ik werd naar de verloskamer gebracht. Tegen 18:00 uur kon ik beginnen met persen. Een kwartier later merkte ik dat het zo niet ging lukken. Zijn hoofdje zat gewoon vast en mijn bekken knapte zowat uit elkaar. Toch werd er gezegd, dat het goed ging en dat ik door moest gaan. Een half uur later kon ik echt niet meer. Het ging zo echt niet lukken. Toch lieten ze me nog persen. De vervangende gynaecoloog

kwam kijken, vond de baby “te groot en te vet” en weigerde een kunstverlossing. Het werd dus een keizersnede.

 Een paar minuten later lag ik op de operatiekamer, volledig in paniek. Dat had ik me zo niet voorgesteld, maar ja…onze kleine moest er toch uit ! De verdoving verliep alweer niet naar wens. Door de paniek en angst waren mijn zenuwen te sterk. Toen de verdoving zijn werk had gedaan, begon het. Een dik kwartier later werd Wesley geboren. Hij huilde direct, dat was eigenlijk niet de bedoeling. Er was een kans, dat hij vruchtwater had binnengekregen met stukjes ontlasting. Daarin kon hij stikken. Hij werd direct weggebracht en werden zijn longen leeggezogen. Mijn man is de hele tijd bij de kleine in de buurt geweest. Na de controle brachten ze Wesley, zodat ik hem effe kon zien en een kusje kon geven. Mijn man mocht hem nog een flesje geven en daarna moest hij in de couveuse.

 Uren later kwam ik weer op de kraamafdeling en mocht ik hem even vasthouden. Hij moest de hele nacht in de couveuse blijven. Deze hebben ze aan mijn bed gezet, zodat ik toch nog naar hem kon kijken en dat heb ik de hele nacht gedaan ! Na drie dagen kon ik mijn bed gelukkig weer uit om hem zelf in mijn armen te kunnen nemen.